De olifant in de kamer

De olifant in de kamer

De bijeenkomst bij de Eindhovense islamitische school vanwege de racistische aanslag in Christchurch was erg indrukwekkend en mooi. Toch hou ik er een dubbele smaak aan over.

Dit is een vers verslag: ik kom er echt net vandaan. Laat me vertellen wat er mooi en wat er dubbel aan was.

Ik ben niet zo goed in aantallen mensen schatten, maar dat het druk was is duidelijk; de grote ruimte liep over. Honderden mensen zaten of stonden hutje mutje op elkaar, velen zeer bezorgd en met groot verdriet.

De sfeer werd niet alleen door verdriet bepaald, maar ook door openheid en verbondenheid. Mannen en vrouwen, ouderen en kinderen, vooral veel moslims maar ook tientallen mensen van buiten de gemeenschap; mensen van verschillende gemeenschappen, van vrijzinnig tot orthodox. Burgers, imams en politici.

Mensen schudden elkaars handen, ook die van vreemden zoals ik. Het gevoel van samenzijn was groot.

Er was een inleiding, een prachtig gezongen kort gebed, en toespraken van mensen van de school en van de burgemeester. Maar misschien het belangrijkste deel was een rondgang met de microfoon, waarbij mensen zelf vertelden wat de aanslagen met hen deden.

Ik geloof niet dat iemand het al die tijd droog hield

De eerste spreker uit het publiek was een knappe, iets oudere man met een gedistingeerd voorkomen, die vertelde dat hij een voormalig vluchteling was. Met beleefde bewoordingen, maar met een van emotie donkere stem sprak hij, haastig, zodat hij kon zeggen wat hij wilde voor de emotie hem het spreken benam. Hij vertelde hoe hij uit opperste noodzaak voor zijn veiligheid naar Nederland was gekomen, en hoe blij hij altijd was geweest met de veiligheid en vrijheid hier. Hoe dat gevoel de laatste jaren verdwenen was met aanslagen zoals die in Christchurch en aanvallen hier in Nederland – en hoe hij nu opnieuw in angst leefde.

Er waren veel mensen, bijna alle sprekers eigenlijk, die het over verbondenheid hadden. Over openheid, over zich Eindhovenaar en Nederlander voelen.

Ons aller hart brak toen meerdere kleine kinderen het woord vroegen, en vertelden dat ze niet begrepen waarom iemand mensen pijn wil doen, alleen maar omdat ze bidden voor hun geloof.
Een klein meisje wat vertelde dat ze nachtmerries had over mensen die dood werden gemaakt. Een heel jonge jongen die een toespraak hield om U tegen te zeggen.

Maar ook de directeur van de school, die bijna niet uit haar woorden kwam omdat ze telkens brak, wat haar verhaal des te indrukwekkender maakte. Ze probeerde haar aandacht op de mensen in Nieuw-Zeeland te richten, maar vertelde uiteindelijk dat ze zich extra in hen kon invoelen omdat ook zij ervaring had met geweld, hier in Nederland: de vorige islamitische school waar ze werkte, is in brand gestoken.

Toch was haar standpunt duidelijk, toen een bezorgde ouder vroeg om een groot hek en camera’s: “Wat we moeten bieden is openheid en transparantie. Van steeds meer beveiliging raken we alleen maar banger, als de deur eventjes 5 centimeter open staat. We moeten onze menselijkheid niet verstoppen achter hoge hekken en prikkeldraad, dat helpt niet tegen haat.”

De bijeenkomst was erg emotioneel, erg warm en heel erg mooi. Iedereen was doodstil aan het luisteren, op een enkel nog te klein kind na. Het enige wat je soms hoorde door de sprekers heen, was het ritselen van jongeren die automatisch opstaan als er een ouder iemand nog iets later binnenkomt, zodat hij kan zitten.

Ik had graag foto’s voor jullie willen maken, maar heb dat op een overzichtsfoto na niet gedaan, omdat ik mensen niet wilde hinderen. Ik zal de beelden zelf niet vergeten: Een opa met een kind van vijf op schoot, beiden intens luisterend. Een witte vrouw uit de buurt, die mensen komt bedanken omdat moslims en mensen van de school zoveel voor haar en haar familie hebben gedaan, en ze nu steun terug wil geven. Een jonge man uit het publiek die een vers uit de Koran reciteert, een ander die het vertaalt en samenvat met de woorden: “Laten we proberen om niet verdrietig te zijn, want zij die werden vermoord zullen naar een betere plek gaan” – maar die zichzelf moet onderbreken omdat het niet lukt en zijn stem breekt.

Dubbel gevoel

Waarom voel ik me toch dubbel om deze ontzettend mooie bijeenkomst?

Het was fijn dat de burgemeester en meerdere politici er waren, en dat ze lieten merken dat ze hier om geven. Tegelijkertijd weet je dat de meeste VVD’ers, CDA’ers enzovoorts vandaag gewoon flyers aan het uitdelen zijn in de stad. Waren dit geen moslims geweest, dan is het maar de vraag of ze dat hadden gedaan. Niemand van hen die nu met een button met “Je suis moslim” loopt.

Dubbel was het, dat de burgemeester een toespraak hield, waarin zijn eerste zin was: “Eindhoven is divers. Het is goed dat we hier met een divers gezelschap bij elkaar zijn. Met hómo’s… [pauze] en hetero’s. Met allerlei seksen. Mensen van allerlei geloven en nationaliteiten.”

Er is niets gelogen aan die zin. Natuurlijk is dat goed. Maar waarom kom je je steun aanbieden met zo’n eerste zin met zoveel nadruk op het woord homo? Waarom omschrijf je de mensen die bij elkaar zijn als eerste met de woorden homo en hetero? Wil je je steun uitspreken, of wil je mensen eigenlijk stiekem een beetje de les lezen, dat ze zich beter moeten aanpassen en homo’s beter moeten accepteren? Kom je eigenlijk vertellen dat je denkt dat ze dat niet doen?

Ben ik te overgevoelig?

Het kan natuurlijk zo zijn dat ik teveel gevoeligheid heb ontwikkeld voor dit soort micro agressies. Ik denk niet per sé dat de burgemeester zelf van plan was om mensen eens de les te lezen. Ik denk wel dat die woorden voortkomen uit een onbewuste houding. En dat die houding niet OK is.

Ik vind het afschuwelijk dat ik moet uitleggen waarom, maar er zullen anders geheid weer mensen zijn die vanuit een vergelijkbare houding als die van de burgemeester zullen zeggen: “Dus eigenlijk vind je dat we niks van homofobie door moslims mogen zeggen?”

Natuurlijk mag je daar wat van zeggen, moet je dat zelfs. Maar alleen als je het aantreft, niet omdat je vanuit vooroordelen naar een etniciteit of geloof iemand bij voorbaat als homofoob ziet.

Als ik je een tip mag geven: de meeste haters die geweld tegen homo’s zijn witte, autochtone mannen. Spreek je hen ook aan? Begin je in de supermarkt ook bij voorbaat tegen iedere witte man die je toevallig tegenkomt, met een gesprek “dat we hier toch met zijn allen boodschappen doen, met HÓMO’s en hetero’s?”
Toch zou dat vreemde gedrag, gezien de cijfers, dus wel terechter zijn om in de supermarkt tegenover witte mannen te vertonen, dan er steeds maar weer bewust of onbewust op te hinten zodra je een moslim ontwaart. Zelfs als hun geloofsgenoten zojuist aangevallen en vermoord zijn.

Nog een tip: misschien is het niet de time and place om tijdens een herdenking van slachtoffers van racisme, zulke hinten in je toespraak te verwerken, waarmee je bedoeld of onbedoeld de groep die tot de slachtoffers behoren zonder enige aanleiding eigenlijk de les leest; dat doe je op een begrafenis ook niet toch?

De burgemeester vertelde in zijn openingsspeech nog iets anders: dat er geen speciaal beleid was om moskeeën en scholen te beschermen. Daarover straks meer.

Integratie

Behalve dat het een beetje vreemd was dat de burgemeester een keer of twee drie over “allerlei sekses en homo’s” begon in een toespraak die wat mij betreft puur steunend zou moeten zijn, was het verder allemaal prima wat hij zei. Hij erkende de angst en het verdriet, en het was goed dat hij ook erkende dat die angst helaas terecht is.

Maar er viel wel nog iets anders aan op: hij én alle andere sprekers kwamen er steeds op terug dat ‘we’ ons niet moeten afkeren van de samenleving, maar samen moeten zijn, dat we ons Eindhovenaar moeten voelen, dat we samen de stad zijn.

Dat is natuurlijk waar. Openheid, dialoog en verbondenheid zijn ongelofelijk belangrijk om haat te vervangen met liefde. Maar ook hier stak mijn gevoeligheid voor bepaalde zaken weer de kop op.

Al een leven lang hakken we op migranten, hun kinderen en hun kleinkinderen in – vooral op de moslims onder hen: Je moet integreren!

En nu er vijftig van hen vermoord zijn door een fascist, is ons antwoord daarop aan de slachtoffers: Je moet integreren!

(Meer over integratie lees je hier)

De integratiegedachte is blijkbaar zo geïnternaliseerd dat ook de mensen uit het publiek er steeds op terugkwamen. Op hun eigen rol, op hoe ze zelf contact probeerden te maken en houden met de rest van de samenleving, en dat nòg meer moesten doen. Op hoe Eindhovens ze zich als moslim voelen. Op hoe belangrijk dat is.

En natuurlijk hadden al die mensen daarin gelijk. Maar het deed me ook erg veel pijn, om te zien hoe mensen die als bevolkingsgroep lijden onder fascistisch geweld, daarbij dwars door hun pijn ook nog eens aan zichzelf gaan twijfelen, terwijl de wereld daarbuiten maar blijft roepen dat ze ‘eindelijk eens de hand in eigen boezem moeten steken’. De meeste moslims doen niet anders.

De olifant in de kamer: racisme

Heel de bijeenkomst lang hadden alle sprekers het over “het geweld”, “Nieuw-Zeeland”, “de afschuwelijke gebeurtenis”.

Intussen waren er tussen de meer dan twintig sprekers maar twee mensen, een moslima en een imam, die heel kort iets zeiden over de grote roze olifant in de kamer – en zelfs zij hinten alleen maar naar de olifant zonder die te benoemen. De imam had het heel kort over haatzaaien, wat verboden zou moeten worden, “tegen iedereen, joden, christenen, moslims, homo’s en hetero’s.” De jonge vrouw zei iets vergelijkbaars maar dan nog korter.

De andere sprekers hadden het steeds over “het geweld”, “Christchurch”, “de afschuwelijke gebeurtenis”.

Niemand, ik herhaal, niemand sprak het woord racisme uit. Niemand benoemde fascisme, xenofobie of zelfs maar islamofobie. Vrijwel niemand benoemde terrorisme, en maar een paar zeiden ‘aanslag’.

En hoewel er wel veel mensen waren die benoemden dat moslims ook in Nederland vrezen voor geweld, was er al helemaal niemand die zei waarom.

Want waarom moeten ook in Nederland moslims steeds meer vrezen voor hun veiligheid?

Omdat ook in Nederland de mainstream media al jaren (en steeds meer) podium bieden aan haat tegen moslims. Omdat ook in Nederland Tweede Kamerleden roepen dat de witte, dominante meerderheid wordt omgevolkt door moslims die ons komen vervangen, behalve als we er NU iets aan doen. Omdat die politici worden uitgenodigd door Pauw, Jinek, Volkskrant en Telegraaf om uitgebreid hun verhaal te doen; omdat ze meer aandacht krijgen dan welke politici dan ook. Omdat islamofobie en racisme vrijwel volkomen is genormaliseerd in ons land, en we liever Elfie Tromp aanklagen voor discriminatie als ze een racistische pogrom in Urk racistisch durft te noemen, dan dat we iets tegen dat racisme doen.

Omdat de premier van dezelfde partij als onze burgemeester liever aan victimblaiming doet, en zegt dat mensen zich maar moeten invechten – en overigens boos wordt en angst gaat zaaien over kapot vallende vaasjes als ze dat ook daadwerkelijk doen.

Omdat we allemaal weten wie in Nederland dezelfde ideeën over omvolking verkondigen als Brenton Tarrant, de extreemrechtse terrorist die in Christchurch huishield. Bijvoorbeeld Wierd Duk & Blut, Boden und Baudet & Schreeuwwitje hebben het steeds weer over islamisering of omvolking of vervanging. Dat is zelfs al door een wetenschappelijk bureau geconstateerd, en toch durven we het niet te zeggen.

Want je weet hoe het gaat: als je dingen durft te benoemen voor wat ze zijn, dan krijg je een bende rechtse trollen over je heen, die schreeuwen dat je hen demoniseert, en dat zij het alleenrecht hebben op vrijheid van meningsuiting, op het recht om dingen te benoemen. Zelfs nu één van hun maatjes zojuist 50 mensen heeft vermoord, roepen ze nog dat je hen demoniseert als je zegt dat ze moslims demoniseren.

Depolitisering

Ik begrijp dat mensen op een bijeenkomst die over het uiten van verdriet gaat, niet teveel politiek willen. Geen opgefokte toestanden.
Toch voelde dit althans voor mij wel heel erg als het omgekeerde; met name de politiek leek hier vooral aanwezig te zijn om de boel zoveel mogelijk te sussen en te depolitiseren. Maar hoe moeten we mensen een gevoel van veiligheid teruggeven als we niet eens willen benoemen welke ideologie hun geloofsgenoten doodde?

De uitgestoken lege hand

Het was denk ik voor veel mensen fijn dat politici hun medeleven kwamen betuigen. Aan de andere kant kwamen die politici met lege handen.

“Wat gaat u doen voor onze veiligheid?”
De directe vraag uit het publiek aan de burgemeester werd door de host afgeleid naar de directeur van de school. Die gaf in mijn ogen een zeer goed antwoord (‘We gaan voor openheid in plaats van leven achter een muur’). Maar de beveiliging van een school is natuurlijk een heel andere kwestie dan de veiligheid die de overheid al dan niet biedt aan minderheden.

In zijn inleidingsspeech zei de burgemeester dat er geen beleid was voor de veiligheid van moskeeën of moslims in Eindhoven. Maar toen de jonge vrouw die ik eerder noemde, iets over veiligheid en bescherming tegen haat zei, kwam de burgemeester ineens met het verhaal dat er ‘allerlei dingen’ gedaan werden die hij hier nu niet in een grote groep kon bespreken.

Ik vind dat moeilijk te rijmen met elkaar: is er nu wel of geen beleid?

Ook zei burgemeester Jorritsma dat hij nu eenmaal geen knop heeft om aan te draaien, om het ineens veilig te maken. Dat is natuurlijk waar, maar als je fascistische terreur niet durft te benoemen, niet erkent dat het om white superiority gaat, als je het alleen maar eufemistisch ‘een aanval op onze manier van leven’ noemt (het is helemaal geen aanval op jouw manier van leven)… Als je het geen racisme noemt en daarmee eigenlijk ook weigert om er iets aan te doen –  ja, dan wordt het zeker niet veiliger.

Merijn Oudenampsen noemt de kramp waarin onze politieke leiders sinds jaar en dag zitten: “organicisme”. Ze zien de samenleving als een complex organisch en machtig gebeuren, waar ze geen invloed op hebben en alleen maar op mee kunnen bewegen. ‘Gaat de samenleving naar extreemrechts? Tja, jammer is dat wel, maar dan kunnen we alleen maar meebewegen met de tijdsgeest.’

Het is juist dat meebewegen wat fascisten faciliteert, en wat hen zo gevaarlijk maakt.

Een warboel van gevoel

Ik weet niet zeker of ik alles goed heb geïnterpreteerd. Om te beginnen heb ik de hele nacht doorgeschreven aan een artikel wat nog niet af is, heb toen drie uurtjes geslapen voor ik naar de school ging om mijn solidariteit te betuigen.

Ik vond de bijeenkomst verdrietig, en hoopgevend, en ik was blij met de verbinding die we samen voelden. Het was ontzettend, ontzettend fijn om iets te kunnen doen, om een heel klein beetje steun te kunnen geven en bij te dragen door er te zijn, en om de verhalen te horen.

En ik werd opnieuw verdrietig, want we hebben in Eindhoven nog een lange weg te gaan, als we ons zo verplicht voelen om polarisatie tegen te gaan, dat we fascisme en racisme niet meer durven te benoemen, en we de slachtoffers van die haat zelfs tijdens hun eigen verwerkingsbijeenkomst wellicht het gevoel weten te geven dat ze vooral de hand in eigen boezem moeten steken.

Ik wens iedereen heel veel sterkte, dank de school en de mensen dat ik er bij mocht zijn en mocht luisteren, en ik hoop dat ik door mijn perspectief te geven, de aandacht niet teveel afleid van de enorme pijn die mensen voelen. Ik vond het een lastige afweging of ik dit moest schrijven, want ik wil het podium niet overnemen, of onbedoeld mensen kleineren met mijn misschien gebrekkige inzicht. Als dat toch gebeurd is, mijn excuses.

Wat kun jij doen?

Er zijn op heel veel plekken bijeenkomsten. Google eens op je gemeente en “Christchurch”, of beter nog, kijk op sociale media. Laten we onze solidariteit tonen, en ook als niet-moslims duidelijk maken aan onze vrienden en buren dat ze niet alleen staan.

En: kom alsjeblieft naar de grote demonstratie tegen racisme, die nu harder nodig is dan ooit. Zaterdag 23 maart om 1 uur, de Dam in Amsterdam

2 gedachtes over “De olifant in de kamer”

  1. Beste auteur,

    Wat een opluchting voelde ik nadat ik dit stuk gelezen had. Ik ben toch niet de enige die er zo over denkt. Je beschrijft precies mijn gevoelens (als Moslima) bij dit soort bijeenkomsten. Een burgemeester die zijn/ haar medeleven komt betuigen of op uitnodiging van de Islamitische gemeenschap het Suikerfeest komt vieren, altijd is de boodschap een (al dan niet verborgen) preek,
    vol met vooroordelen gericht aan de gastheren/-vrouwen. Ik vind ’t zo jammer dat de Islamitische gemeenschap in NL dit slaafs accepteert en zich maar blijft verontschuldigen en uitleggen dat heus niet alle moslims homohatende terroristen zijn.

    Wat een geweldig stuk is dit, ik hoop dat heel veel mensen dit zullen lezen en dat de boodschap overkomt. Ik kan me niet voorstellen dat jouw boodschap beledigend zou kunnen zijn in de zin die jij beschrijft, ik hoop eerder dat het voor velen een eye-opener zal zijn!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *