Soms begrijp ik wel waarom de zorgkosten stijgen. In veel landen bel je gewoon aan bij een specialist als je die nodig hebt. Maar in Nederland doen we dat anders: Hier bestrijden we de stijgende kosten van de zorg.
Ik heb een piep en resonantie in mijn oor. Vervelend als er steeds iets meerammelt als je iets zegt of naar bepaalde tonen luistert, vooral als je zelf muziek maakt.
Dus ik heb een gehoortest nodig.
Maar die test kost geld, en dus moet er eerst een specialist naar je kijken of die test wel nodig is.
Maar die specialist kost geld, dus moet eerst een huisarts kijken of die specialist wel nodig is.
Maar die huisarts kost geld, dus moet eerst een assistent kijken of die huisarts wel nodig is.
Maar die assistent zien kost geld, dus moet je eerst een assistent bellen om te kijken of dat wel nodig is.
Jammer dat intussen al die poortwachters ook betaald moeten worden.
Maar ja, daar bereikt de overheid natuurlijk wel veel mee. Zonder al dat georganiseerde wantrouwen in de eigen burgers, zou ik allicht de hele dag gezellig in het ziekenhuis ziek gaan zitten wezen. Wie niet.
Hoe leuk het ziekenhuis ook is, ik kijk er altijd weer naar uit, dat kunnen we natuurlijk niet betalen. Goed dat de overheid en de zorgverzekeringen je daar niet zomaar mee weg laten komen.
Wat dan wel weer een beetje jammer is, is dat elke poortwachter tijd kost.
Mijn huisarts werkt in deeltijd. En dus de assistenten ook. Dus toen ik vrijdag wilde bellen, moest ik maandag terug bellen. Toen ik dat vergat en dinsdag belde, kon ik de maandag erop bij de assistent terecht.
Maar de assistenten (2) konden me niet helpen.
Dus kreeg ik een afspraak met de dokter. Donderdag al.
Maar de dokter kon me niet helpen. Dus moest ik naar de KNO arts.
Ik kon na een maand en een dag al terecht. Want de overheid was altijd bang dat er teveel artsen komen, en dus is er al sinds mensheugenis een ‘numerus fixus’ op de geneeskundige opleidingen: nog tot 2017 mogen er maar een beperkt aantal mensen studeren. En zijn er maar een beperkt aantal artsen. Hoeveel patiënten er ook zijn.
Na een half uurtje wachten zat ik vandaag twee minuten in zijn kamer, waarbij hij concludeerde dat hij me niet kon helpen zonder test.
Omdat hij wachtlijsten bestrijd maar wel heel veel patiënten heeft, is de eerste afspraak sneller dan de tweede. Want wachten tussen de eerste en tweede afspraak heet geen wachtlijst. Ik kon kiezen tussen een lastig tijdstip en zes weken, of een handig tijdstip en negen weken wachten. Ik koos voor zes.
Dus als alles goed gaat heb ik volgend jaar na drie maanden een testje gedaan.
De KNO arts waarschuwde me alvast dat hij waarschijnlijk niets aan mijn probleem kan verhelpen. Maar je weet ooit nooit niet, zei hij. Ik glimlachte, want zo is het.
Wat zijn ze toch mooi, die maatregelen tegen kostenstijging in de zorg. Misschien werken ze kostenstijging juist in de hand. Maar misschien ook niet.
Je weet ooit nooit niet.