Dyab Abou Jahjah

Dyab Abou Jahjah

Zoals je waarschijnlijk al wel hebt gehoord is een groepje schrijvers een relletje aan het trappen omdat Dyab Abou Jahjah’s nieuwste boek misschien bij de Bezige Bij uitkomt. Hypocrieter kan het niet.

Sinds bekend is dat Abou Jahjah’s nieuwste boek waarschijnlijk bij de Bezige Bij uitkomt, is een groepje schrijvers onder aanvoering van Leon de Winter en Theodor Holman moord en brand aan het schreeuwen.
Dyab zou een antisemiet zijn, en zijn boeken kunnen beter verbrand worden, want anders geef je als verzetsuitgeverij de nazi’s gelijk. Ook Marcel Möring en Jessica Durlacher zijn inmiddels op campagne.

Sunny Bergman schreef er een erg tof artikel over. Abou Jahjah is geen antisemiet, schrijft ze. En:

“Als de Bezige Bij-auteurs zo bezorgd zijn om mogelijke discriminatoire uitlatingen binnen hun uitgeverij, waarom dreigen ze dan niet met opstappen vanwege medefonds schrijver Johan- ik zou nooit een Joodse voetballer in mijn team willen – Derksen?

O wacht, zei ik Joods? Ik bedoel Marokkaans natuurlijk.”

Theodor

Daar valt nog wel iemand aan toe te voegen.
Theodor Holman is één van de aanstichters van dit gezellige anti-Abou Jahjah lynchpartijtje. Volgens Theodor was het een schande dat juist een verzetsuitgeverij Abou Jahjah uit zou geven.
Theodor bewierookte eerder de nazistische massamoordenaar Anders Breivik. Holman: “Hier zie je iemand die min of meer denkt zoals ik. Ik voel me verwant met Breivik.”

Dus: Als je wit bent is het geen probleem als je je identificeert met een massamoordenaar, en openlijk zegt dat je ‘min of meer denkt’ als een neonazi. Maar als je niet wit bent, mag je geen kritiek hebben op Israël.

Het is maar dat u het weet.

Hoe ingewikkeld is racisme?

Als ik ergens een hekel aan heb zijn het wel mensen die tegen racisme zijn als het om Palestijnen gaat, maar die vervolgens nazifilmpjes delen of beginnen over het zionistisch complot dat onze wereld regeert.
En overigens hoef je ook niet bij me aan te komen met racistische huichelaars a la Leon de Winter, die zich oh zo druk maakt over antisemitisme en terugkomend neonazistisch gedachtegoed, en die tegelijkertijd oproept om stiekem de Gazastrook te steriliseren.
U kent hem wel, onze Leon, van uitgeverij de Bezige Bij.

Racisme is racisme. Racisme wordt niet ineens goed als je het inzet om antisemitisme te bestrijden. Racisme is niet ineens ok omdat je onderdrukte Palestijnen wilt ondersteunen. En wie iets wil zeggen over de zeer afschuwelijke asymmetrische oorlog in Israël, praat per definitie poep als hij geen strak onderscheid maakt tussen Israël en joden.
Wie mij een beetje volgt weet dat ik er zo in sta.

Ontmoeting

Ik heb Dyab Abou Jahjah wel eens ontmoet en volg hem al een tijdje. Zijn aanklachten tegen Israël, tegen ISIS, tegen discriminatie van moslims in West-Europa, tegen mensenrechtenschendingen en vele andere zaken zijn erg fel.
Ik ben het niet altijd met hem eens (met wie wel?), maar antisemitisch is hij niet. In tegendeel, ik vind zijn bijdrages aan het debat over onze multiculturele samenleving vaak scherp en goed. Toen ik hem, nog in zijn veel heftiger Arabisch-Europese Liga-tijd, ontmoette, kwam hij op me over als een sympathieke politicus.

Geen mens zoals ik. Ik ben een anti-opportunist (niet uit keuze of uit verhevenheid, maar van geboorte), en als mensen om me heen klagen, is dat niet omdat ik spelletjes met ze speel of dingen mooier breng dan dat ze zijn, maar omdat ik juist teveel in your face meteen zeg waar het op staat. Liefst in zes kantjes. Vergezeld van een bijlage met een waarschuwing over de nadelen van mijn voorstel. Met de conclusie dat ik absoluut gelijk heb. En als iemand onder al dat geweld met een goed tegenargument komt, steek ik met evenveel energie 6 kantjes in zelfonderzoek. Een vermoeiend gedoe soms.

Ik heb Abou Jahjah maar kort ontmoet, ik ken hem niet persoonlijk. Maar hij komt op me over alsof hij anders is dan ik. Hij stelt zich veel minder kwetsbaar op, en misschien geen wonder, na alle bedreigingen en de continue stroom van scheldpartijen die hij naar zijn hoofd krijgt.

Maar ik denk wel dingen in hem te herkennen. Radicaal ergens voor gaan staan, bijvoorbeeld. En ja, ook anti-opportunisme. Als Dyab een bepaald punt wil maken, en bij zichzelf denkt: ‘ik zou het wat zachter aan kunnen doen, wat mooier in kunnen pakken, dan krijg ik misschien meer mensen mee’, dan doet hij vervolgens het omgekeerde.

Ik weet niet waarom hij dat zo doet, ik weet wel waarom ik dat zo doe. Aan mensen die maar half met je mee komen omdat je de zaken wel leuk voorstelt, heb je niets. Een dag later lopen ze weer de andere kant uit. Door de zaken misschien soms op de spits te drijven krijg je een hoop gedoe en discussie, maar het geeft mensen ook de kans om zelf na te denken en eigen keuzes te maken. In feite dwing je mensen om zich eerst goed af te vragen waar ze staan, omdat je te confronterend bent om gedachteloos achter aan te lopen. De mensen die dan wél voor antiracisme kiezen, doen dat dan niet omdat ze even met de mode meewaaien, nee, het wordt een overtuigde eigen keuze van de wortel af.

“Het woord ‘radicaal’ komt van het Latijnse Radix; wortel. Radicaal zijn is het probleem aanpakken bij de wortel.”

(Aldus Abou Jahjah in het interview met Sunny Bergman, met een uitspraak die al decennia mijn motto is.)

De meester is niet boos, de meester is een slachtoffer

Dyab Abou Jahjah is geen mooiweerspeler.
Waar de Holmannen en De Winters van deze wereld zich wentelen in hun wederzijdse steun, hun witte slachtofferschap (het is ook godsgeklaagd, om man én wit én elite te zijn op deze onrechtvaardige aarde) en het overwicht wat hun rechts-revanchisme momenteel op de samenleving heeft, staat Abou Jahjah vrijwel alleen, vanuit een positie die bepaald niet gebaseerd is op witte privileges.

Abou Jahjah daagt uit en blijft staan, te midden van het grofste geweld.
En al ben ik het niet altijd met hem eens, ik heb daar groot respect voor.

 

Foto:
Bewerking door Grutjes, op basis van:
Portret Dyab Abou Jahjah: Han Soete, (CC BY-SA 3.0) en groep witte mannen (Johnson Impeachment Committee 1868): Mathew B Brady, public domain.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *