Dat is toch eigenlijk wel mooi.
Ik ben eindelijk hét boekje aan het lezen waarmee de filosofische stroming Absurdisme is begonnen: de Mythe van Sisyphus, van Albert Camus.
Een essay waar ik al mijn hele leven uit citeer, en waarmee ik de lol uitleg die je kunt vinden in vechten tegen de bierkaai.
Maar de Mythe van Sisyphus is ook een essay waar ik nooit aan toe ben gekomen, om het echt helemaal te lezen.
Ik, die zich walgend door alle boeken van Marx en Engels heeft heengeworsteld,
door de shit van Trotski;
door stukken van Stuart Mill, Karl Popper, Adam Smith en Hume;
door De Menselijke Kennis van Bertrand Russel, door ouwe grieken;
Sartre, Foucault;
De Beauvoir, Anja Meulenbelt, Karin Spaink;
en zodoende intussen heel wat vrolijker door Emma Goldman en Berkman en Bakounine en Kropotkin en Roel van Duijn en Guy Debord en Chomsky en wat al niet.
Je bent zestien en je wilt wat.
En ik ben ver gegaan!
Ooit heb ik de Nederlandse vertaling van Der Einzige und sein Eigentum, van Max Stirner, geleend van de bieb. Na lang zoeken bleken ze ergens de eerste druk te hebben, uit 1906. Die werd helemaal uit de Haagse Koninklijke Bibliotheek naar Eindhoven verscheept, speciaal voor mij, zodat ik kennis kon nemen van dat heiligdom.
Het was een zwaar beduimeld exemplaar, in 80 jaar tijd door vele handen gegaan die het intensief gelezen hadden…
…althans de eerste bladzijden.
Vergis je niet, Stirner schrijft prachtig! Ik heb nu, twintig jaar later, nog steeds niet echt een antwoord op zijn “welbegrepen egoïsme”.
Maar soms is het ook gewoon verschrikkelijk geschreven. Zinnen van meerdere bladzijden, met rustig in die ene zin 40 keer het woord Geest, en dan wel in verschillende betekenissen…
Dit is geen grap. En het was echt een veel gelezen exemplaar. Maar bladzijde 16 en 17 zaten gewoon nog aan elkaar vast.
Het papier was niet goed gesneden bij de druk, en blijkbaar was het in al die 80 jaar nog nooit iemand gelukt om voorbij bladzijde 16 te komen…
Ik heb het tot ergens in de 40 gered. Ik ken twee mensen in de wereld die het hebben uitgelezen. Die nog steeds leven.
Kortom, ooit lás ik.
(Al was het niet zo veel als die twee. En al lees ik tegenwoordig vooral fantasy.)
Maar ik las net níet dit voor mij zo belangrijke werk van Camus.
En nu ben ik er eindelijk in begonnen: De Mythe van Sisyphus.
Het begin van het Absurdisme.
Het boek wat begint met de vraag waarom je in godsnaam geen zelfmoord zou plegen, aangezien we allemaal betekenis en zingeving zoeken, maar die er gewoonweg niet is in deze absurdistische wereld.
Grutjes. En dat is toch mooi.
Want volgende week zijn er weer verkiezingen.
foto: [Robert Edwards CC BY-SA 3.0]